mijn recente avontuur op de volle zee (nou, de Noordzee om precies te zijn) zette me aan het denken over de vele nautische idiomen die de Engelse taal doordringen.
als eilandnatie heeft Groot-Brittannië een rijk maritiem erfgoed. Onze afhankelijkheid van de zee voor handelsdoeleinden resulteerde in een schat aan mariners’ lingo – veel van die we nog steeds gebruiken vandaag. Echter, na verloop van tijd zijn de meeste van deze zeevarende zinnen en gezegden metaforisch geworden, met hun oorspronkelijke betekenissen lang vergeten.
Ik heb links toegevoegd voor sommige van deze nautische idiomen voor het geval u meer wilt weten over hun oorsprong en etymologie.
All aboard
a shot across the bows = warning shot
All hens on deck = all members of the team are/should be involved
At close quarters = very close
breed in de balk = brede heupen of billen hebben
Chock-a-block = zo dicht tegen elkaar geramd dat beweging wordt voorkomen
los kanon = onvoorspelbaar persoon of ding, dat schade kan veroorzaken indien niet aangevinkt
aan boord = als een lid van een team of groep
om de luiken vast te latten = voorbereiden op problemen
om langs het bord te gaan = afgewerkt met
om de touwen te leren/kennen = begrijpen hoe te doen iets
om iets aan boord te nemen = overweeg ten volle een nieuw idee of situatie
schip ahoy!
ratten verlaten een zinkend schip = mensen verlaten een falende onderneming of organisatie
Shipshape and Bristol fashion = with everything in good order
schepen die ‘ s nachts passeren = voorbijgaande kennissen
in dezelfde boot zitten = in dezelfde ongelukkige of moeilijke omstandigheden verkeren
om iemand / ding een ruime ligplaats te geven = wegblijven; vermijd nauw contact
om de boot Te duwen uit = besteden royaal, vaak ter gelegenheid van een speciale gelegenheid
om Te rocken met de boot = zeggen of iets doen verergeren van een bestaande situatie
Om een strak schip = zeer streng zijn in het managen van een organisatie of de bediening
Wanneer een schip komt in = als iemand ‘ s fortune is gemaakt
het Leven op de golven van de zee
(Alle) op zee = in een staat van verwarring en besluiteloosheid
Anchors aweigh = zei in de voorbereiding van de in gang gezet, met name van een schip
Tussen de Duivel en de diepe blauwe zee = gevangen tussen twee problemen
In diep water(s) = in de problemen of moeilijkheden
In het gladde water = in een rustige en serene omstandigheden, vooral na moeilijkheden
een leien dakje = soepel en gemakkelijk de voortgang
de wind in de Zeilen = komen dicht bij het breken van een regel of wet
aan de gang Te krijgen = beginnen aan een reis of een project
om golven Te maken = problemen veroorzaken
Diverse nautische uitdrukkingen
Door en grote = op het geheel; in het algemeen; alle dingen beschouwd
Hoge en droge = gestrand zonder hoop van herstel
In het verschiet = in de buurt; waarschijnlijk zal gebeuren of binnenkort verschijnen
het knippen van de jib = het uiterlijk of de houding van een persoon
drie bladen naar de wind = zeer dronken
knippen en rennen = weglopen
p> om iets te doorgronden
afleiden uit de feiten
naar beneden pijpen = stil worden
mythische nautische termen
zeevaart heeft ook meer dan zijn eerlijke aandeel van valse etymologie. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft koud genoeg om de ballen van een koperen aap te bevriezen niets te maken met de koperen fittingen van een schip, noch staat het acroniem POSH eigenlijk voor ‘Port out, starboard home’.
deze verzameling nautische idiomen is geenszins uitputtend. Welke vind je het leukst? Iets dat nieuw voor je was?
als je hiervan hebt genoten, bekijk dan enkele andere berichten in mijn idioms serie.
(figuur met dank aan njaj via Freedigitalphotos.net)