het werkingsmechanisme van 6-fosfogluconaat dehydrogenase met het alternatieve substraat 2-deoxy 6-fosfogluconaat werd onderzocht met behulp van enzymen uit schapenlever, humane erytrocyten en Trypanosoma brucei. De drie enzymen oxideren 2 – deoxy 6-fosfogluconaat, maar alleen het schapenleverenzym geeft de intermediaire 2-deoxy,3-keto 6-fosfogluconaat vrij. Kinetische vergelijking toonde aan dat een toename van de snelheid van NADP+ reductie bij hoge pH te wijten is aan een verhoogde afgifte van het tussenproduct, in plaats van een toename van de totale reactiesnelheid. 2-Deoxy, 3-keto 6-fosfogluconaat wordt gedecarboxyleerd door de erytrocyt-en trypanosoomenzymen, maar niet door de lever bij afwezigheid van NADPH of 6-fosfogluconaat, die als activatoren werken. De pH-afhankelijkheid van decarboxylatie en de mate van activering suggereren dat 6-fosfogluconaat de activator is die onder normale testomstandigheden werkt, terwijl NADPH voornamelijk werkt door de binding van het tussenproduct te verhogen. De gegevens suggereren dat de activiteit van 6PGDH wordt onderworpen aan een tweerichtingsregeling: NADPH, die de pentosefosfaatroute reguleert, remt het enzym, terwijl 6-phosphogluconate, waarvan de niveaus stijgen wanneer NADPH-remming wordt verwijderd, fungeert als een activator die ervoor zorgt dat 6-phosphogluconate snel wordt verwijderd.