a tree cricket, Oecanthus sp. (Orthoptera: Gryllidae), nimf. Foto van Drees.
Nederlandse naam: boomkrekel
wetenschappelijke naam: Oecanthus sp.
orde:Orthoptera
Beschrijving: De volwassen exemplaren zijn gevleugeld, maar lijken verder op nimfen. Boom krekels zijn Wittig tot lichtgroen, met slanke lichamen en lange antennes. De besneeuwde boomkrekel, Oecanthus fultoni Walker, heeft zwarte vlekken op de eerste twee antennesegmenten.
Boomhoppers en cicaden leggen ook eieren in twijgen en takken, waardoor er enige verwonding ontstaat wanneer er grote aantallen voorkomen. Schade is echter meestal niet voldoende om controle te rechtvaardigen.
levenscyclus: in de herfst leggen vrouwtjes eieren in scheuten van 2 tot 4 jaar oude twijgen en stengels van bomen, struiken en wijnstokken. Eieren overwinteren waar gelegd en komen in het voorjaar uit. Nimfen ontwikkelen zich door vijf stadia (stadia) voordat ze gevleugelde volwassenen worden.Er wordt één generatie per jaar geproduceerd.
Habitat, voedselbron( NEN), schade: in de late zomer produceren mannelijke krekels een hoog gezang.”Boom krekels zijn actief in de schemering (schemer) en’ s nachts (nachtelijk), bewonen bomen, struiken en hoog onkruid, voeden zich met plantendelen, sommige insecten (bijv., bladluizen, schubben) en andere materialen (bijv., schimmels, stuifmeel). Eilegactiviteiten kunnen de gezondheid van planten beïnvloeden door de groei van twijgen en takken te beschadigen of door bepaalde plantenziekten te introduceren (bijvoorbeeld door het introduceren van kankervormende schimmels). Incidentele schade aan houtachtige sierplanten en fruitbomen.
Peststatus: vaker gehoord dan gezien; bewonen bomen en struiken, maar worden meestal niet als schadelijk beschouwd. Eileggewoonten van vrouwtjes in kwekerijen beschadigen soms houtachtige sierplanten en fruitbomen. Ze zijn Medisch onschadelijk.
Beheer: niet algemeen beschouwd als een plaag.
neem voor meer informatie contact op met uw lokale Texas A&M AgriLife Extension Service agent of zoek naar andere State Extension offices.literatuur: Helfer 1972; Johnson and Lyons 1988; Swan and Papp 1972.