Cite This Item

Abstract

het artikel beschrijft het ontstaan van een baanbrekende hoogbouwwijk gebouwd in de jaren 1960 en relateert empirische gegevens aan enkele relevante theorieën. Volgens Frampton (1980) is de precieze manier waarop de verarming van het stedelijk milieu in verschillende Europese landen in de jaren zestig tot stand kwam een complexe en kritische kwestie die nog niet volledig is begrepen. Zijn opmerking is relevant voor het ontstaan van de Bijlmermeer, in het zuidoosten van Amsterdam. Deze stedelijke ontwikkeling was bedoeld om te voorzien in huisvesting voor 100.000 mensen, en was bedoeld als een woonwijk met “toekomstige waarde”. De eerste fase bestond uit 14.000 woningen. Kenmerken: een grote” honingraat”; 92% van deze woningen waren hoogbouw; 75% waren bedoeld als” arbeiders dellings”; parkeergebouwen werden voorzien, evenals groene open ruimtes. De paper laat zien hoe data verkregen door analytisch onderzoek naar het besluitvormingsproces dat leidde tot de geboorte van de Bijlmermeer kan worden geïnterpreteerd binnen drie theoretische kaders: 1) Een benadering, ontleend aan de sociologie van kennis, is het analyseren van de rol die ideeën spelen in een planningsproces. Wat naar voren komt, is dat het destijds beschikbare consumentenonderzoek werd genegeerd. Het plan was vooral het werk van een groep ontwerpers die invloeden van buitenaf buiten beschouwing lieten en die met een avant-gardistisch project bekendheid hoopten te verwerven. Het project werd niet publiekelijk besproken, maar werd niettemin aanvaard door lokale en provinciale overheden. 2) een organisatorische theoretische benadering, en in het bijzonder het concept van “groepsdenken”, benadrukt het collectieve patroon van defensieve vermijding, met symptomen zoals het ontbreken van methodologische procedures voor selectie en beoordeling, en het gebrek aan bereidheid om andere of betere oplossingen te overwegen. Het feit dat de planningsgroep zich isoleerde terwijl de toezichthouders aanvankelijk in de lijn van deze planningsgroep dachten, komt overeen met dit theoretische kader. 3) een theoretische planningsaanpak laat zien dat politici, ontwerpers en andere deskundigen onvoldoende aandacht hebben besteed aan bredere strategische planningsoverwegingen. Bovendien is onvoldoende aandacht besteed aan alternatieven bij de beoordeling van het structuurplan en het bouwprogramma. Tot slot wordt in het artikel ingegaan op problemen die de Bijlmermeer nog steeds teisteren, zoals de hoge omzet en de hoge leegstandspercentages.Springer is een van de toonaangevende internationale wetenschappelijke uitgeverijen met meer dan 1.200 tijdschriften en meer dan 3000 nieuwe boeken per jaar, die een breed scala aan onderwerpen bestrijken,waaronder biogeneeskunde en de biowetenschappen, klinische geneeskunde, natuurkunde,engineering, wiskunde, computerwetenschappen en economie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.