desublimatie

Herbert Marcuse ‘ s term voor het proces waarbij kunst (in strikte zin) banaal en machteloos wordt gemaakt. In One-Dimensional Man (1964), zijn miljoenen verkopende verslag van de veranderingen in de maatschappij door het laatkapitalisme, stelt Marcuse dat het werkelijke probleem van de cultuurindustrie voor de kritische theorie en daarmee de maatschappij zelf niet de vervaging is van het onderscheid tussen hoge en lage cultuur, maar eerder de vervaging van het onderscheid tussen kunst en werkelijkheid. Consistent met collega Frankfurt School theoretici Max Horkheimer en Theodor Adorno (de auteurs van de cultuur industrie scriptie) en meer in het bijzonder Walter Benjamin rekening van de kunst in het tijdperk van mechanische reproductie, Marcuse stelt dat de massa productie en distributie van kunst en de daarmee gepaard gaande permeatie van bijna elk aspect van het dagelijks leven heeft vernietigd wat het meest krachtige in de kunst om te beginnen, namelijk het antagonisme in de richting van de gewone (Benjamin woord voor dit aura). Deze antagonisme wordt bereikt via het proces Freud genaamd sublimatie, dat volgens de psychoanalyse is wat er gebeurt als het libido wordt gebracht onder de controle van de realiteit Principe: bevrediging van seksuele begeerte wordt vertraagd en getransformeerd in een esthetische prestatie of wat Marcuse verwijst naar Eros. Onder dergelijke omstandigheden is het artistieke domein, zo stelt Marcuse, een ‘andere’ dimensie, radicaal verschillend van en intrinsiek tegenstrijdig met het dagelijks leven, en de samenleving kan dus minstens tweedimensionaal worden genoemd. Het is het verlies van deze dimensie door het proces van desublimatie waarbij Eros wordt gereduceerd tot seksualiteit, dat tot gevolg heeft dat de maatschappij eendimensionaal wordt en daardoor niet in staat is de transformaties te weerstaan die haar worden opgelegd door de veranderingen in de productiewijze. Waar voorheen in de kunst en de literatuur voorstellingen van kunstenaars, prostituees, overspeligen, enzovoort getuigden van een ander, misschien utopisch, leven, zijn zij nu slechts een bevestiging van de bestaande orde en dragen zij geen macht tot ontkenning. Desublimatie is in deze zin repressief. De zogenaamde seksuele bevrijding, stelt Marcuse, gaat ten koste van de vernietiging van Eros, die ons een intenser seksueel bestaan geeft, maar geen weerstand biedt aan het heden, geen ruimte die als ‘anders’kan worden beschouwd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.