fysische analogieën worden gebruikt om ideeën te ontwikkelen over de oorsprong van spontane oscillaties in de elektrische activiteit van de menselijke hersenen en over de variatie in deze oscillaties die gepaard gaan met veranderingen in toestand en type van activiteit. Een mogelijke functionele rol van dergelijke oscillaties in de Algemene activiteit van de hersenen en mechanismenverantwoordelijk voor bepaalde pathologieën van hersenactiviteit worden onderzocht. Bestaande fenomenologie en currenthypotheses worden gebruikt als basis om te suggereren dat: 1) spontane ritmes op het elektro-encefalogram (EEG) te wijten zijn aan de interactie tussen een eindig aantal autogeneratoren (pacemakers) gevormd door deeuronale populaties van thalamische kernen en functionele eenheden in de cortex die de eigenschappen van apassieve oscillatoire lus vertonen; 2) door zijn goed gedefinieerde niet-lineariteit leidt de interactie tussen thalamicautogeneratoren van verschillende natuurlijke frequentie tot het ontstaan van een grote verscheidenheid aan geobserveerde Eegpatronen die verschillende soorten hersenactiviteit begeleiden( inclusief reacties op externe verstoringen), wat allemaal het gevolg is van recente vooruitgang in de theorie van niet-lineaire oscillaties die hebben geleid tot het ontdekken van “vreemde aantrekkers”; 3) De onderverdeling in de hersenen van de gepulseerde stroom van informatie in “specifieke” en”niet-specifieke”, waarbij deze laatste een modificerende invloed heeft op interacties tussen thalamische pacemakers en op het verschijnen van speciale multiperiodische patronen die kenmerkend zijn voor verschillende gebeurtenissen, leidt tot een gedistribueerde fixatie van lange-termijn geheugensporen wanneer de niet-specifieke en Specifieke stromen convergeren op een neuronmemory substraat, en deze sporen kunnen worden gelezen door een enkele karakteristieke multiperiodische patroon; en 4) het mechanisme dat verantwoordelijk is voor het optreden van paroxysmale ontladingen bij bepaalde specifieke vormen van epilepsie en de bijbehorende karakteristieke EEG-verschijnselen (waaronder frequentieverdeling) vloeit voort uit pathologisch gewijzigde interactie tussen thalamische pacemakers en functionele eenheden in de cortex, die resonantie-eigenschappen vertoont.