afwisselend perioden van intense activiteit en rust is een belangrijk onderdeel van het leven, dus het is geen verrassing dat dit principe dient als de basis van yoga zelf. Soms worden deze perioden gepersonifieerd als het goddelijke paar, de vrouwelijke Shakti en de mannelijke Shiva; andere keren worden ze gekarakteriseerd als de categorieën abhyasa (uitgesproken als ah-bee-YAH-sah), meestal vertaald als “constante oefening”, en vairagya (vai-RAHG-yah), of “dispassion.”
Abhyasa en vairagya worden vaak vergeleken met de vleugels van een vogel, en elke yoga praktijk moet gelijke maten van deze twee elementen bevatten om het omhoog te houden: de aanhoudende inspanning om het doel te realiseren, dat altijd zelfbegrip is, en een overeenkomstige overgave van wereldse gehechtheden die in de weg staan. Maar deze definities vertellen slechts de helft van het verhaal.
het woord abhyasa is geworteld in as, wat betekent ” zitten. Maar abhyasa zit niet in uw tuin. In plaats daarvan impliceert abhyasa actie zonder onderbreking-actie die niet gemakkelijk wordt afgeleid, ontmoedigd of verveeld. Abhyasa bouwt verder op zichzelf, net zoals een bal die naar beneden rolt momentum oppikt; hoe meer we oefenen, hoe meer we willen oefenen, en hoe sneller we onze bestemming bereiken.
betekent ook ” aanwezig zijn.”Dit herinnert ons eraan dat om onze praktijk effectief te laten zijn, we altijd intens aanwezig moeten zijn bij wat we doen. Uiteindelijk wordt zo ‘ n resolute, waakzame onderneming op de yogamat een essentieel onderdeel van alles wat we in het dagelijks leven doen.
Vairagya is geworteld in raga, wat zowel “kleuren” als “passie betekent.”Maar vairagya betekent” bleek worden.”Een interpretatie is dat ons bewustzijn typisch “gekleurd” is door onze gehechtheden, of het nu objecten, andere mensen, ideeën of andere dingen zijn. Deze gehechtheden beïnvloeden hoe we ons met onszelf en met anderen identificeren. En omdat ze willens en wetens komen en gaan, zijn we altijd overgeleverd aan hun genade en lijden dienovereenkomstig.door vairagya “bleken” we ons bewustzijn van deze kleurstoffen. Dit wil niet zeggen dat we onze bezittingen, vrienden of overtuigingen moeten opgeven; we moeten alleen hun voorbijgaande aard erkennen en klaar zijn om ze op het juiste moment over te geven. Ons bewustzijn wordt als een “transparant juweel” (Yogasoetra I. 41) dat het licht van ons authentieke zelf, de atman, briljant laat schijnen zonder vervorming. Dan kennen we onszelf zoals we werkelijk zijn, tegelijk eeuwig en eeuwig zalig.Richard Rosen, die doceert in Oakland en Berkeley, Californië, schrijft sinds de jaren 1970 voor Yoga Journal.