traditionele risicofactoren voor cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit zoals hypertensie, hypercholesterolemie en obesitas zijn paradoxaal genoeg geassocieerd met betere resultaten bij dialysepatiënten, en de weinige studies van interventies gericht op aanpasbare traditionele risicofactoren hebben teleurstellende resultaten opgeleverd in deze patiëntenpopulatie. Niet-traditionele risicofactoren zoals ontsteking, bloedarmoede en afwijkingen in bot en mineraalmetabolisme zijn voorgesteld als mogelijke verklaringen voor de bovenmatige mortaliteit die wordt gezien bij patiënten met chronische nierziekte (CKD) en eindstadium nierziekte (ESRD), maar zonder duidelijk begrip van wat de belangrijkste pathofysiologische mechanismen van deze risicofactoren zijn, welke ideale behandelingsdoelen zouden kunnen zijn en welke therapeutische interventies effectief en veilig kunnen zijn in het richten van hen. Onder de nieuwe risicofactoren, is fibroblastgroeifactor-23 (FGF23) onlangs naar voren gekomen als een van de krachtigste voorspellers van ongunstige resultaten bij patiënten met CKD en ESRD. FGF23 is een hormoon dat door osteoblasten/osteocyten in het bot wordt geproduceerd dat op de nier werkt om het fosfaat-en vitamine D-metabolisme te reguleren door activering van FGF-receptor/α-Klotho co-receptorcomplexen. Het is mogelijk dat verhoogde FGF23 zijn negatieve invloed kan uitoefenen door verschillende werkingsmechanismen die onafhankelijk zijn van zijn rol als regulator van fosforhomeostase. Verhoogde circulerende FGF23-concentraties zijn in verband gebracht met linkerventrikelhypertrofie (LVH) en er is gesuggereerd dat FGF23 een direct effect heeft op het myocardium. Hoewel het mogelijk is dat ‘off-target’ effecten van FGF23 aanwezig in zeer hoge concentraties LVH kunnen veroorzaken, is deze mogelijkheid controversieel, aangezien α-klotho niet tot uitdrukking komt in het myocardium. Een andere mogelijkheid is dat het effect van FGF23 op het hart indirect wordt gemedieerd, via’ On target ‘ activering van andere humorale routes. We zullen de fysiologie en pathofysiologie van FGF23, de uitkomsten geassocieerd met verhoogde FGF23 niveaus, en mogelijke werkingsmechanismen beschrijven die verantwoordelijk zijn voor de negatieve effecten en potentiële therapeutische strategieën om deze te behandelen.