activering van het fosforylase kinase vereist fosforylering van de β-subeenheid door eiwitkinase A en binding van Ca2+ aan de δ-subeenheid.
het enzym wordt gereguleerd door twee processen: door reversibele fosforylering en door allosterische Regulatie.
in de eerste fase speelt proteïnekinase A (PKA) een beslissende rol. Dit brengt een fosfaatgroep over naar de β-subeenheid van het aanvankelijk zwak actieve fosforylase kinase. Hierdoor wordt het activiteitsniveau van het kinase verhoogd. De PKA zelf wordt geactiveerd vanuit een inactieve vorm door een tweede boodschapper, cAMP. Een reden voor kampversie is de aanwezigheid van hormonen zoals adrenaline en glucagon.
het fosforylase kinase kan echter ook worden geactiveerd in een gedeeltelijk actieve vorm door een verhoogd Ca2+ – gehalte. De calciumsensor is calmoduline, wat overeenkomt met de δ-subeenheid van het enzym.
indien zowel de β-subeenheid van het fosforylase kinase in gefosforyleerde vorm aanwezig is en de calmoduline calciumionen in de δ-subeenheid heeft gebonden, is het enzym volledig actief.