embryonale stamcellen (ESCs) kunnen zich onbeperkt vermenigvuldigen, een ongedifferentieerde pluripotente toestand behouden en in elk celtype differentiëren. De capaciteit van ESCs om in om het even welk celtype te onderscheiden betekent kunnen wij deze cellen gebruiken om de symptomen van vele degeneratieve ziekten te genezen of te verlichten. Echter, allogene menselijke ESCs (ESCs afgeleid van reserve IVF embryo ‘ s) zijn genetisch verschillend van de gastheer/patiënt, dit betekent dat transplantatie van allogene ESC-afgeleide celtypen in een patiënt (zonder immunosuppressieve geneesmiddelen) zal aanzetten tot een immuunrespons en resulteren in de afstoting van de getransplanteerde ESCs. Een oplossing voor het immuunafstotingsprobleem zou zijn om isogene ESCs van somatische cel nucleaire overdracht (SCNT) embryo’ s afgeleid van de eigen cellen van de patiënten, een concept algemeen aangeduid als “therapeutisch klonen”. Nochtans, wordt de haalbaarheid van menselijk therapeutisch klonen ernstig beperkt door de lage blastocystproductieefficiency die na menselijke SCNT wordt waargenomen. Onze huidige doelen zijn om te onderzoeken of de therapeutische kloonprotocollen die we met succes hebben gebruikt in de niet-menselijke primaat met menselijke oöcyten zullen werken, om de onderliggende mechanismen van SCNT-gebaseerde herprogrammering te begrijpen en om fundamenteel onderzoek en klinische toepassingen te ontwikkelen die op de scnt-geherprogrammeerde cellijnen worden gebaseerd.