rijden onder drugsgebruikers die niet worden behandeld is niet onderzocht, terwijl een theoretisch perspectief op de neiging van bepaalde drugsgebruikers om te rijden met een handicap is niet gesuggereerd. In dit document worden illegale drugs en rijgedrag en de betrokkenheid bij ongevallen onder huidige drugsgebruikers die buiten behandeling zijn onderzocht. Psychologisch bewijs van op geloof gebaseerde mechanismen ter verantwoording van de beslissing om te rijden terwijl verminderd door drugs worden verstrekt. In totaal werden 210 huidige drugsgebruikers die buiten behandeling zijn, in een niet-klinische setting geïnterviewd door interviewers met bevoorrechte toegang. De maatregelen op de vragenlijst waren:: het huidige illegale drugsgebruik, de ernst van de afhankelijkheid, de illegale drugs en het rijgedrag, verminderde en onaangetaste betrokkenheid bij ongevallen en overtuigingen en percepties over de schadelijke effecten van een aantal illegale drugs. De Analyses zijn beperkt tot deelnemers die tijdens de voorafgaande 12 maanden hebben gemeld te hebben gereden (n = 71). Achtenvijftig deelnemers (81,7%) meldden dat ze direct na het gebruik van illegale drugs, voornamelijk heroïne en cannabis, hadden gereden. Van deze 41,4% (n = 24) had ten minste één verkeersongeval als bestuurder, waarvan 15 (62,4%) melding maakten van betrokkenheid bij ongevallen na recent drugsgebruik. Uit op overtuiging gebaseerde resultaten bleek dat deelnemers die na het gebruik van illegale drugs nooit autorijden meldden, van mening waren dat heroïne, methadon en alcohol een grotere rol spelen bij het risico op ongevallen en het verminderen van rijvaardigheden dan andere drugs. De bestuurders die drugs en rijgedrag meldden, dachten dat alleen alcohol beduidend minder schadelijk was dan andere drugs. Uit de bevindingen bleek dat illegale drugs en rijgedrag veel voorkomen bij drugsgebruikers die buiten behandeling zijn. De betrokkenheid van deze cohort bij ongevallen wordt gekenmerkt door het eerdere gebruik van illegale stoffen. Verschillende opvattingen over de effecten van drugs op de rijprestaties en het ongevallenrisico bleken afhankelijk te zijn van de frequentie van drugs en het rijgedrag. Resultaten worden besproken in termen van ervaringsfactoren en consistentietheorieën van attitudevorming en verandering.