In de naam van God, de genadige, de Barmhartige.
1. Voorwaar, degenen die ongelovig zijn en afhouden van de weg van Allah: Hij doet hun daden vruchteloos worden.
2. Maar zij die geloven en de deugdelijke daden doen en geloven in wat naar Mohammed is neergezonden — het is de waarheid van hun Heer — Hij zal hun zonden uitwissen en hun zorgen wegnemen.
3. Dat is omdat zij die ongelovig zijn de valsheid volgen en omdat zij die geloven de waarheid van hun Heer volgen. Zo maakt Allah voor de mensen vergelijkingen.
4. En wanneer jij degenen die ongelovig zijn ontmoet, slaat dan hun nekken af. En wanneer jullie hen dan verdreven hebben, bindt hen dan stevig vast. Laat hen dan door een gunst vrij, of door een losprijs, totdat de oorlog zijn lasten heeft weggenomen. En als Allah het gewild had, dan had hij hen zeker verslagen, maar zo beproeft hij sommigen van jullie door anderen. Zij die op Gods weg gedood worden, hun daden zullen niet verloren gaan.
5. Hij zal hen leiden en hun gemoedstoestand verbeteren.
6. En hij zal hen het paradijs binnenleiden, dat hij voor hen heeft aangewezen.
7. Jullie die geloven! Als jullie God helpen, dan zal hij jullie helpen en jullie steun geven.
8. Maar zij die ongelovig zijn, voor hen is er verderf en hij zal hun daden vruchteloos maken.
9. Dat is omdat zij verafschuwen wat God heeft neergezonden en omdat hij hun daden vruchteloos heeft gemaakt.
10. Reizen zij dan niet op de aarde en zien zij niet wat het einde was van degenen vóór hen? God heeft hen vernietigd. voor de ongelovigen is er iets vergelijkbaars.
11. Dat is omdat God de beschermer is van hen die geloven en omdat de ongelovigen geen beschermer hebben.
12. God zal hen die geloven en de deugdelijke daden doen tuinen laten binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. Zij die ongelovig zijn genieten en eten zoals het vee eet.hun verblijfplaats is het vuur.
13. En hoeveel steden waren er machtiger dan jullie stad die jullie verdreven heeft? En wij vernietigden hen en er was voor hen geen helper.
14. Is dan iemand die op een duidelijk bewijs van zijn Heer steunt als iemand wiens slechte daden voor hem schoonschijnend zijn gemaakt? En zij volgen hun eigen begeerten?
15. De gelijkenis van het paradijs dat aan de godvrezenden is toegezegd: daarin zijn rivieren van zuiver water en rivieren van melk die altijd vers is en rivieren van wijn die aangenaam is voor de drinkers en rivieren van honing. Voor hen is er van alle vruchten en vergeving van hun Heer. Als iemand die altijd in het vuur zal blijven en die kokend water te drinken krijgt dat zijn ingewanden doorsneden?
16. En onder hen zijn er die naar jou luisteren, maar wanneer zij bij jou weggaan zeggen zij tot hen aan wie de kennis gegeven is: “wat zei hij daarnet? Zij zijn het van wie God de harten verzegeld heeft en zij volgen hun begeerten.
17. Maar wat hen betreft, die op den rechten weg worden geleid, God zal hen nog meer op den rechten weg leiden, en hij zal hun hunne rechtvaardigheid doen kennen.
18. Wachten zij dan tot het uur plotseling tot hen komt? Zijn tekenen zijn al gekomen. Maar hoe zullen zij zich laten vermanen als die tot hen komt?
19. Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jullie zonden en voor de gelovige mannen en de gelovige vrouwen. En Allah kent jullie bewegingen en jullie rustplaatsen.
20. En degenen die geloven zeggen: “was er maar een soera neergezonden. En wanneer een beslissende soera wordt neergezonden waarin de strijd wordt vermeld, dan zie jij hen in wier harten een ziekte is naar jou Kijken met de blik van iemand die bij de dood in slaap valt. Wee hen!
21. Gehoorzaamheid en oprechtheid. En als de zaak is beslist, dan is het beter voor hen dat zij zich aan God houden.
22. Indien gij u afwendt, zult gij zekerlijk verderf op aarde zaaien en uwe familiebanden verbreken.
23. Zij zijn het die God vervloekt heeft. Hij maakte hen doof en verblindde hun ogen.
24. Denken zij dan niet na over de Koran? Of zijn er sloten op hun harten?
25. Zij die zich afkeerden nadat hun de leidraad duidelijk was geworden: de Satan heeft hen verleid en hen ruimte gegeven.
26. Dat is omdat zij tot hen die verafschuwen wat God heeft neergezonden zeggen: “wij zullen jou in bepaalde zaken gehoorzamen.”Maar God kent hun geheime gedachten.
27. En wanneer de engelen hen wegnemen terwijl zij op hun gezichten en ruggen slaan?
28. Dat is omdat zij volgden wat God verafschuwde en omdat zij zijn welbehagen verafschuwden.dus maakte hij hun daden vruchteloos.
29. Rekenen zij in wier harten een ziekte is erop dat God hun boosheid niet aan het licht zal brengen?
30. En als wij gewild hadden, dan hadden wij hen aan jou laten zien en dan had jij hen aan hun kenmerken herkend. Maar jij zult hen herkennen aan hun toon. En God kent jullie daden.
31. Wij zullen jullie op de proef stellen totdat wij degenen onder jullie kennen die strijden en die geduldig volharden en wij zullen jullie op de proef stellen.
32. Zij die ongelovig zijn en Gods weg versperren en de Gezant tegenwerken nadat hun de leidraad duidelijk is geworden, zij brengen God geen enkele schade toe, maar hij zal hun daden vruchteloos maken.
33. Jullie die geloven! Gehoorzaamt God en gehoorzaamt de gezant en laat jullie daden niet verloren gaan.
34. Zij die ongelovig zijn en Gods weg versperren en dan als ongelovigen sterven, aan hen zal God geen vergeving schenken.
35. Aarzelt dus niet en roept niet om vrede, terwijl jullie de overhand hebben. God is met jullie en hij laat jullie inspanningen niet verloren gaan.
36. Het tegenwoordige leven is slechts spel en tijdverdrijf. Maar als jullie geloven en goed leven, dan zal hij jullie jullie beloningen geven en hij zal jullie niet om jullie bezittingen vragen.
37. En als Hij jullie erom zou vragen en er druk op zou uitoefenen, dan zouden jullie gierig zijn en zou hij jullie afkeer aan het licht brengen.
38. En jullie zijn geroepen om bijdragen te geven op de weg van Allah. En onder jullie zijn er die terughoudend zijn, maar wie terughoudend is, is terughoudend ten opzichte van zichzelf. En Allah is de Behoefteloze, en jullie zijn de behoeftigen. En als jullie je afwenden, dan zal hij een ander volk in jullie plaats Stellen en zij zullen niet als jullie zijn.