verschillende fenomenologische beschrijvingen, zoals het von Bertalanffy growth model, zijn op grote schaal gebruikt om Grootte-Op-leeftijd en individuele groei te beschrijven over een breed scala van organismen. Echter, voor het modelleren van levensgeschiedenissen, in tegenstelling tot alleen groei, zijn biologisch en mechanistisch zinvolle groeimodellen, gebaseerd op allocatiebeslissingen, steeds belangrijker geworden. Dit komt omdat fitness wordt bepaald door overleving en voortplanting, die niet direct worden aangepakt in fenomenologische groeimodellen. Om deze overwegingen te verduidelijken nemen we als uitgangspunt het bifasische groeimodel van Quince et al. (2008a, J. Theor. Biol. 254: 197), die het voordeel heeft dat de onderliggende allometrische schaling van de netto energieopname vrij kan worden gekozen. Ten eerste herformuleren we dit model zodanig dat individuele grootte wordt gegeven in betekenisvolle eenheden van lengte en gewicht, waardoor de interpretatie en toepassing van het model wordt vergemakkelijkt. Ten tweede laten we zien dat, hoewel verschillende allometrische schaalrelaties vrijwel identieke groeitrajecten kunnen produceren, de bijbehorende reproductieve investeringen sterk afhankelijk zijn van de gekozen allometrische exponent. Ten derde laten we zien hoe deze afhankelijkheid dramatische gevolgen heeft voor evolutionaire voorspellingen, in het bijzonder met betrekking tot de leeftijd en grootte bij rijping. Deze bevindingen hebben een aanzienlijke praktische relevantie, omdat empirisch waargenomen allometrische exponenten vaak onzeker zijn en systematisch afwijken van de veronderstellingen in de huidige standaard groeimodellen.