organische eenheid, in de literatuur, een structureel principe, eerst besproken door Plato (in Phaedrus, Gorgias en de Republiek) en later beschreven en gedefinieerd door Aristoteles. Het principe vraagt om intern consistente thematische en dramatische ontwikkeling, analoog aan biologische groei, die de terugkerende, leidende metafoor in Aristoteles ‘ geschriften is. Volgens zijn poëtica, moet de actie van een verhaal of drama worden gepresenteerd als “een compleet geheel, met zijn verschillende incidenten zo nauw verbonden dat de omzetting of intrekking van een van hen zal disjunctie en ontwrichten van het geheel.”Het principe staat haaks op het concept van literaire genres—standaard en conventionaliseerde vormen waarin kunst moet worden ingepast. Het veronderstelt dat kunst groeit uit een kiem en zoekt zijn eigen vorm en dat de kunstenaar niet moet interfereren met haar natuurlijke groei door het toevoegen van ornament, humor, liefde interesse, of een ander conventioneel verwacht element.organische vorm was een preoccupatie van de Duitse romantische dichters en werd ook geclaimd voor de roman door Henry James in the Art of Fiction (1884).