Polyclitus(2)

Polyclitus (2), Argive sculptor, active c.460–410bce. Polyclitus, vermoedelijk een leerling van Hageladas, werkte uitsluitend in metaal; al zijn werken waren in brons (inscripties uit Argos dateren nu de chryselephantine Hera, aan hem toegeschreven door Pausanias (3) 2. 17, tot de jaren 390). Hij maakte goden, helden en atleten, en zijn standbeelden van stervelingen waren onovertroffen (Quint. 12. 10. 9). Zijn reputatie berustte grotendeels op een enkel werk, de Doryphorus of Speerdrager. ; hij schreef ook een boek genaamd de Canon, of regel, dat de principes van zijn kunst uitlegde, blijkbaar gebaseerd op dit beeld. Daarin stelde hij dat ‘perfectie beetje bij beetje door vele getallen tot stand komt’ (Philon (2) Mechanicus 4. 1, 49. 20), en beschreef een systeem van proportie waarbij, te beginnen met de vingers en tenen, elk deel van het lichaam wiskundig gerelateerd was aan elk ander en aan het geheel (Galen, de plac. Hipp. et Plat. 5, blz.3. 16 Kühn).

De Doryphorus (misschien een Achilles) wordt nergens in detail beschreven; we weten alleen dat het een naakte, ‘viriele jongen’ was, ‘geschikt voor zowel oorlog als atletiek’, en ‘ gericht op het gemiddelde ‘(Plin. HN 34. 55; Quint. 5. 12. 21; Galen, de temperamentis, p. 566. 14 Kühn). Sinds 1863 is het echter unaniem geïdentificeerd met een jeugd bekend in meer dan 50 exemplaren, de beste in Napels (uit Pompeii), Berlijn en Minneapolis. Een bronzen herm van Apollonius (6) is het beste exemplaar van het hoofd. Hij staat op zijn rechterbeen met zijn linker ontspannen; zijn rechterarm hangt slap en zijn linker is gebogen om de speer te houden; zijn hoofd draait en neigt iets naar zijn rechter. Dit compositorisch schema, dat het lichaam verenigt door het opzetten van kruisrelaties tussen gewichtdragende en ontspannen ledematen, wordt chiastisch genoemd naar de Griekse letter chi (χ), en wordt daarna standaardpraktijk in de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst. Zijn proportionele schema was even invloedrijk (hoewel er nog geen enkele reconstructie van heeft gekregen universele acceptatie), net als zijn systeem van modellering, die de musculatuur verdeeld in grote (statische) en kleine (mobiele) vormen, afwisselend in geordende volgorde door het hele lichaam. Hoewel beeldhouwers als Euphranor en Lysippus (2) hun eigen variaties op dit ideaal introduceerden, bleef het polyclitaanse ideaal zeer invloedrijk en was het vooral populair in Romeinse keizerlijke beeldhouwkunst. Dit en de levensduur van Polyclitus’ eigen school verklaren Plinius (1)’s observatie dat latere kunstenaars zijn werk ‘als een wet’ volgden (HN 34. 55).Varro bekritiseerde Polyclitus ‘werk als zijnde’ vrijwel stereotiep ‘ (Plin. HN 34. 56-een onvermijdelijk gevolg van een rigoureus toegepast ideaal), en een reeks kopieën die blijkbaar zijn andere beelden reproduceren, bevestigen dit. Deze omvatten zijn Diadoumenus (een overwinnaar die een filet om zijn hoofd bindt), Discophorus, Heracles en Hermes; de ‘Westmacott Boy’ in het British Museum mag zijn standbeeld van de jongen-bokser Cyniscus in Olympia kopiëren. Zijn Amazone, die als eerste in de wedstrijd in Efeze werd geplaatst, is aannemelijk geïdentificeerd in het type Sosikles (Capitoline), die rust op een speer in haar rechterhand.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.