Achtergrond: hoptests met één been worden gewoonlijk in voorwaartse richting uitgevoerd om de functionele prestaties te evalueren. Echter, atleten bewegen in meerdere richtingen tijdens draaiende sporten. Het eerste doel van deze studie was om de betrouwbaarheid van hoptests met één been te onderzoeken in de voorwaartse, mediale en rotatierichting bij niet-gewonde atleten. Ten tweede werd het discriminatieve vermogen om beenasymmetrieën te detecteren met deze hoptests bij gereconstrueerde atleten met een voorste kruisband (ACL) bepaald.
methoden: zestien recreatieve niet-gewonde deelnemers (acht vrouwen, acht mannen; 22,4 ± 1,9 jaar) werden tweemaal getest (interval van één week) en voerden de single hop voor afstand (SH), triple hop voor afstand (TH), mediale side triple hop voor afstand (MSTH) en 90° mediale rotatie hop voor afstand (MRH) uit. Intraclass correlation coefficients( ICC ‘ s), standard errors of measurement (SEM) en smalst detectable differences (SDD) werden berekend. Het discriminatief vermogen werd vastgesteld bij 32 ACL-gereconstrueerde deelnemers (vier vrouwen, 28 mannen; 24,4 ± 4,6 jaar; zes maanden postoperatief) die dezelfde hop-tests eenmaal uitvoerden.
resultaten: de ICC ‘ s varieerden tussen 0,93 en 0,98. De SEM en de SDD waren respectievelijk 2,6-4,1% en 7,2-11,3% van de gemiddelde hopafstand van de groep. Het percentage ( % ) van ACL-gereconstrueerde deelnemers dat de limb symmetry cut-off van ≥90% passeerde, was 62,5 (SH), 59,4 (TH), 40.6 (MSTH) en 46.9 (MRH).
conclusie: de betrouwbaarheid van de forward -, medial-en rotationele hop-tests is uitstekend gebleken. Dit stelt artsen in staat om geïnformeerde interpretaties te maken van veranderingen in hop testafstanden bij het opnieuw testen van atleten. Mediale en rotatiehoptests tonen eerder asymmetrieën van ledematen bij ACL-gereconstrueerde deelnemers dan forward hop-tests.